Uruguay, Florianopolis, Ilha do Mel

19 maart 2013 - Rio de Janeiro, Brazilië

Che, ik ben onderussen in Riooooo de Janeiroooo, super hier! Maar goed, ik was dus in Colonia del Sacramento Uruguay, een coloniaal klein en uitgestorven stadje. Wel even wat anders na Buenos Aires, ik heb geloof ik 5 auto's 10 toeristen en achteraf een bed vol bedbugs gezien. Hier kwam ik de avond erna pas achter in Montevideo. Ik dacht dat ik een paar muggenbulten op m'n schouder had, even later voelde ik op m'n andere schouder ook wat en toen ik naar de badkamer ging om in de spiegel te kijken bleek dat ook mijn rug onder de dikke rode bulten zat!  Ik schrok me dood, want ik wist eerst niet wat het was en het werden steeds meer ook op mijn benen. Ik ben maar gaan slapen en de volgende ochtend kwam ik er met iemand achter dat het bedbugs waren, typisch voor die beesten is dat ze een streep beten achterlaten en het een dag later pas komt opzetten. Echt goor na een google sessie, vooral omdat ik ook nog een rij op mijn gezicht ontdekte. Het heeft meer dan een week geduurd voordat de bulten weg waren, ik zag er niet uit maar de jeuk viel gelukkig mee. Montevideo vond ik na Buenos Aires niet zo bijzonder, ik kon het er ook niet echt vinden en de regen en een mooi maar niet zo gezellig hostel hielpen er niet aan mee. Ik was even met een Amerikaan op pad, maar nadat we geluncht, geborreld en gegeten hadden in pizzeria s, omdat we niks anders konden vinden behalve Mac Donalds en Burger King, waren we er wel klaar mee. De Amerikaan ging naar Punta del Diablo, maar ik had m'n zinnen gezet op Cabo Polonio; een dorpje zonder electriciteit en stromend water waar je alleen met 4x4 trucks kan komen en hierdoor wat een hippiedorp is. Ik had een pitstop in Punta del Este, een duur hip surfdorp. Hier heb ik al m'n apparatuur opgeladen, een fietstochtje gemaakt en weer een klein beetje carnaval gezien. Al beter dan Buenos Aires, maar nog steeds lang geen Rio. Ik was voor het eerst een klein beetje zenuwachtig hoe ik in Cabo Polonio moest komen en waar ik moest slapen. De vrouw in het hostel van Montevideo zei dat ik beter kon reserveren, omdat het nog een beetje seizoen was en weekend. Maar ik kon niks vinden (ook wat lastig als de meesten geen electriciteit hebben), dus maar op de bonnefooi er naartoe. Ik kon de goeie bussen gelukkig vinden en bij een parkeerterrein werden we opgehaald door de 4x4 cambio's, kleine open vrachtwagentjes. Bij vertrek was er wat ophef en liepen er mannen om de truck heen te schreeuwen. Ik keek wat nerveus om me heen, want ik had veel mensen een ingevuld formulier zien afgeven en ik had dat niet. De man naast me zag m'n bange hoofd en vroeg of ik wel verstond wat ze zeiden, nee helaas niet. Het bleek dat ze vermoedden dat er een tent mee was en het is verboden om daar te kamperen, het is tegenwoordig een beschermd natuurgebied. Niks aan de hand gelukkig. Ik raakte in gesprek met die man en het bleek een muzikant te zijn die 's avonds op een festival daar moest spelen. Shit! riep ik meteen, hartstikke leuk natuurlijk maar ik dacht nu is alles natuurlijk vol. Maar hij zei dat komt wel goed, ga maar met ons mee ik ken wel wat mensen. Ik hoorde vanaf toen bij de band! Eenmaal in het drop drentelde ik mooi achter ze aan (3 man, een "manager" en een fotograaf). Zij sliepen in het huis/hok van Serghinio en er was ook nog wel plek voor mij, in de kamer. Echt een chaos, de kippen en eenden liepen zo'n beetje in het huis, overal matrassen en niet echt schoon. Serghinio was net Pier van de Wijnberg en liep de hele dag wat in z'n strakke zwembroekje over het erf, hij woonde zelf aan de achterkant. Ik werd meegenomen naar mensen thuis waar we een heerlijke paella kregen en 's avonds ben ik meegegaan uit eten naar een restaurantje waar het eten bijna van je bord waaide door de gaten in de plastic wanden. In de winter wonen er zo'n 50 mensen permanent, in de zomer komen er een paar duizend toeristen per dag en worden er tijdelijke restaurantjes en kroegjes uit de grond gestampt. Het festival, groot woord voor 1 podium, was door de harde wind verplaatst van een tent naar het hoofd zandpad. Er waren aggregaten voor de muziek en lichten op het podium, voor de rest zat en stond het publiek in het donker en wat kaarslicht, super sfeer! De volgende dag ging de band weer weg en kwamen er nieuwe wat jongere lui uit verschillende landen in mijn huis. Het was wat regenachtig en ik heb mooi biertjes zitten drinken met Pier, we hadden hele verhalen in gebrekkig Spaans. Hij verzorgde de hapjes en verschrikkelijk vieze bierglazen. De dag erna was het mooi weer en ik had een folder gezien met een paardenverhuur, dus ik op zoek. Nou, er was echt geen manege ofzo, maar er was wel iemand die een paard had wat ik kon huren. Prima, tijd afgesproken en er werd ergens een paard van het eiland geplukt, een zadel omgeknoopt en een soort van hoofdstel in gehangen. Er liep ook een mak veulen bij. Ok, dus ik mag die knol alleen mee? Sisi! En moet dat veulen ook mee? Sisi! Jaja. Ik had er niet zoveel vertrouwen in, het beest had niet echt zin om zijn weiland te verlaten, ik was praktisch stuurloos met het nephoofdstel, m'n zweepje van plastic touw hielp ook niet erg en eenmaal op het strand liep het veulen de hele tijd voor de moeder zodat we zigzaggend het water bereikten. Maar eenmaal daar kreeg ik er een sukkeldrafje in en hobbelden we mooi langs de kust naar de hoge zandduinen. Omdat ik de einige was met een paard en ook nog met een veulen achter me aan, was ik nu zelf een hippie attractie. Ik sta op menige hippietoerist foto haha. De natuur was niet heel spectaculair, het leek wat op een waddeneiland maar dan met rotsen waar normaal duizenden zeeleeuwen zitten en nu door de harde wind 3 ofzo. Maar door de kleine huisjes, gastvrijheid van Serghinio, de tijdelijke gekleurde restaurantjes en barretjes, zandpaden en de sfeer 's avonds wanneer alles verlicht was met kaarslicht was het echt bijzonder.

Hierna ging ik naar Punta Diablo, als ik niet in Cabo Polonio was geweest had ik dit een hippie dorp genoemd. Het was een heel leuk surfdorpje en ik had hier mijn eerste stranddag, meteen zwaar verbrand, bijna verzopen in de hoge golven en mijn eerste wilde dolfijnen gezien! Hoewel het overdag zonnig was, was het eind van de middag en in de avond wel koud. Dat vonden m'n nieuwe roomy's ook, een Duits stel. Zij wilden de volgende dag naar Brazilie, daar was het wel warm. Omdat ik het kleine dorpje en het strand wel had bekeken na 2 dagen besloot ik om met hun mee die kant op te gaan. Zij zouden naar Porto Alegre en ik wilde in 1 keer door naar Florianopolis. We gingen 's avonds weg zodat we 's nachts zouden reizen, we konden in ons dorp geen rechtstreeks ticket kopen dus moesten we eerst naar het grensdorpje Chui. Echt een wat duister stadje, dus het was wel prettig dat ik met hun was. We werden de bus uit geknikkerd en moesten een heel stuk lopen om bij de busterminal van Brazilie te komen, ondertussen bleek dus ergens de grens te lopen. Erg vaag allemaal, maar het stempelen voor en na het dorp ging allemaal goed. In Porto Alegre besloten de Duitsers toch ook maar meteen door te gaan naar Florianopolis, waar we uiteindelijk 24 uur later aankwamen. We gingen meteen door naar Santa Catharina, een eiland dat tegen de stad aanligt en waar de mooie stranden zijn. We konden hier goedkoop een appartement met z'n drieen huren, dus heerlijk even een eigen kamer voor een paar dagen. Het was daar echt prachtig, super groene uitlopers van het regenwoud, blauw water en witte stranden. Ik ben daar 3 nachten gebleven, toen werd het weer wat minder. Zij bleven nog en ik ging naar Curitiba voor een EO Rail Away rit. De dag in Curitiba een beetje rondgestruind en een nieuwe camera geshopt. Het was een mooi treinreisje door de bush. Je kon de boemel bijna lopend bijhouden zo langzaam gingen we, er stond een vrouw in het Portugees wat te vertellen (handig met al die toeristen) het enige wat je snapte was als er een fotomomentje aankwam.. Eeeeeeeen ja! Iedereen plat voor en uit de ramen hangen, maar het grootste gedeelte reden we in een wolk hahaha dus weg uitzicht. Vanuit het dorpje waar we aankwamen nam ik de bus naar de kust en vanuit daar een houten ferrie naar Ilha do Mel. Een boot vol locals met al hun boodschappen en 2 Nederlandse meisjes, hoe krijg je het voor elkaar overal die Nederlanders. Met zn drieen vonden we een prachtig Pousada (hotel/pension) waar we voor een mooie prijs inkonden, omdat het eiland uitgestorven was. 's zomers schijnt het een party eiland te zijn, nu was het heel rustig. Ik vond het prima, super kamer alleen en bijna verlaten stranden op wat surfers na.

Nu Rio waar ik de Duitsers weer op heb gezocht. Dat en de foto's later. 

Daag.

Cabo Polonio

Foto’s